►

                                                  JANUARI  1959 - OPERATION QUICK REACTION

« Quick Reaction » was de allereerste militaire operatie die, sedert het einde van WO II, door het Regiment Para-Commando uitgevoerd werd. Het was ook voor het eerst dat zijn capaciteit van snelle interventie benut werd.

In het blad FM nr. 14 van 2 april 1970 feliciteerde Generaal Danloy zich voor de perfecte afloop van deze operatie : Dit succes is het bewijs dat we het bij het rechte eind hadden, zowel in het vlak van de training als voor het werkplan van de staf.

De lofwoorden van Generaal Danloy gingen naar het 5e Bataljon Para-Commando, maar ook naar al de andere deelnemers aan de operatie « Quick Reaction ».

De TNA Kamina, het Belgisch oorlogsschip voor troepentransport (onder meer van de oorlogsvrijwilligers voor de oorlog in Korea en vervolgens van de verschillende Paracommando detachementen voor Belgisch Kongo) vaart op 10 januari 1959 door de Golf van Gascogne met bestemming Oostende. Aan boord bevindt zich het 11e detachement, samengesteld uit 255 Commandos van het 3e bataljon Para-Commando. Zij komen terug naar hun vaderland om er, na iets meer dan 15 maanden dienst, waarvan 7 in Afrika, hun afzwaaien te vieren. Bij deze laatste opdracht staan ze onder het bevel van Majoor Debèfve, gewezen SAS die in de oorlog met succes verschillende opdrachten achter de vijandelijke linies had volbracht.

In de vroege morgen zijn de matrozen in de keuken in de weer met het klaarmaken van het ontbijt. Plots doet één van hen opmerken : de zon komt op, jawel, maar aan bakboord !… aan bakboord ?… onmogelijk, het schip vaart naar het noorden, naar Oostende en nochtans …

Als een lopend vuurtje verspreidt het nieuws zich van boord tot boord, van ruim tot ruim, snel is iedereen op de hoogte. Sommigen doen de gekste veronderstellingen, één ding staat echter vast : het schip heeft rechtsom gemaakt. Velen denken aan een laatste grap van de Para-Commando-officieren en de zeelui, om nog éénmaal vóór de terugkeer het moreel van de manschappen op de proef te stellen en dat overdag alles in orde zal komen.

De nacht daarop zijn er weinigen die de slaap kunnen vinden en iedereen stelt zich vragen. Schijnbaar is er iets belangrijks aan de hand. Tenslotte werpt de Kamina het anker bij de ingang van de haven van Lissabon. Het wachten duurt lang en informatie blijft uit.

 

   Van l. tot r. E. Cornez, H. Von Hoff, l’auteur Fernand Wijckmans et G. Desmecht

We krijgen het bevel tot inpakken. De commentaar gaat zijn gang. Wat wij nog niet weten is dat we onze laatste nacht op de TNA Kamina hebben doorgebracht.

Rond de middag worden we via de boordradio verzocht in het ruim 7 te verzamelen.

Eindelijk gaan we vernemen wat er gaande is.

Kapitein Wilmotte meldt ons dat er in Kongo onverwachte en ernstige evenementen aan de gang zijn. We moeten ontschepen en met uit België aangekomen vliegtuigen zullen we ter plaatse overgevlogen worden.

Deze informatie, die voor de soldaten een uitstel van onbekende duur van hun demobilisatie betekende, wordt, tegen alle verwachtingen in, op een luidkeels hoera onthaald. Het scheepsruim staat op zijn kop. Eindelijk weten we waar we aan toe zijn, alle vrees is weg.

Rond 17 uur stappen we over in kleine boten. We laten onze uitrusting en een deel van onze persoonlijke zaken op het schip achter. Dit alles en de demobilisatiedocumenten zullen ons bij de terugkeer op de Citadel van Namen overhandigd worden.

De kleine boten brengen ons naar de haven alwaar we, onder bewaking van Portugese soldaten, plaatsnemen in autobussen met afgeschermde ruiten. Black out.

We worden naar de luchthaven van Lissabon gevoerd, waar we, steeds onder bewaking van Portugese militairen, in een grote loods het verloop moeten afwachten.

‘s Avonds worden we verzameld. De commandant van het Regiment, Luitenant-kolonel Delperdange in hoogst eigen persoon, vergezeld van een ruime staf doet er zijn intrede. Hij legt ons uit dat op zondag 4 januari in Leopoldstad oproer uitgebroken is. In het centrum van de stad heeft de Kongolese leider Lumumba (eerste minister bij de onafhankelijkheidsverklaring) een indrukwekkende meeting gehouden. Samenvallend met een voetbalwedstrijd geraakten de gemoederen opgehitst en ontstonden er wanordelijkheden. De plaatselijke politie was niet bij machte vernielingen en plunderingen tegen te gaan. Nog erger, ze plaatste zichzelf aan de kant van de oproerlingen. Hierdoor moest de F.P. (Force Publique, Kongolese soldaten onder bevel van Belgische officieren en onderofficieren) tussenbeide komen. Er wordt echter gevreesd dat de Kongolese soldaten de bevelen zouden weigeren en meedoen met hun landgenoten. De noodzaak stelt zich om betrouwbare en bedreven militairen bij de hand te hebben om, zo nodig, onmiddellijk te kunnen optreden

Het 1e Para uit Diest is het 3e bataljon Paracommando geworden en veertien dagen geleden zijn ze ons, als 12e detachement, in Kitona komen aflossen. Zopas in Kamina ingekwartierd werden zij hoogdringend naar Leopoldstad gestuurd. Alhoewel volledig gevormd en gebrevetteerd hebben zij geen ondervinding betreffende Afrika.

Onder het bevel van Majoor Lemercier hebben de manschappen van het 2e Commando zopas hun legerdienst op de citadel van Namen aangevat. Ook zij worden naar Kongo gestuurd. In dergelijke situatie is de aanwezigheid vereist van een eenheid die een perfecte kennis van het terrein bezit en die van het 11e detachement zijn hiervoor volledig aangewezen.

Luitenant-kolonel SBH Delperdange besluit zijn uiteenzetting met de aankondiging dat de aanwezige Commando’s voortaan behoren tot het 5e Bataljon Para-Commando dat speciaal voor deze gelegenheid opgericht wordt. Het bevel hierover wordt toevertrouwd aan Majoor Charles Laurent. Dit alles wordt onthaald op een luid gejuich.

Het kader twijfelt er niet meer aan : alhoewel de demobilisatie uitgesteld is, behouden we een buitengewone moreel, ongetwijfeld het gevolg van onze Paracommando opleiding.

Op zaterdag 10 januari om 2 uur in de morgen wordt Majoor Charles Laurent, commandant van het 1e Para uit Diest, van zijn bed gehaald. Hij begeeft zich in allerijl naar Brussel om er de orders voor zijn opdracht in ontvangst te nemen. Ter verdediging van onze kolonie en de duizenden landgenoten die er vertoeven en werken had de Belgische Regering besloten de Paracommando’s in te zetten. Vergezeld van de kaders uit de Paracommando opleidingscentra moest hij naar Lissabon vertrekken om er het bevel over de Commando’s van het 11e detachement op te nemen.

Bij de dageraad van 11 januari 1959 staan het kader van het regiment, van top tot teen uitgerust, in Melsbroek. Een mengeling van rode en groene mutsen, zowel uit de actieve dienst als uit de reserve, Vlamingen en Walen. Allen zijn tevreden om dit weerzien en deze samenwerking.

Het vriest hard die dag en op de beijzelde piste zijn de vliegtuigmecaniciens druk in de weer. Tenslotte, rond 8 u.45, vertrekt een DC4 van Sabena richting Chateauroux, een Amerikaanse basis in Frankrijk, voor een technische tussenstop.

Om 14 uur gaat de vlucht verder naar Lissabon. In het vliegtuig wordt druk over en weer gepraat met de vraag hoe de Commando’s deze verplichte dienstverlenging zullen opnemen.

Aldaar geeft Luitenant-kolonel SBH Delperdange meteen het woord aan Majoor Laurent. Deze is er zich bewust van dat er iets moet gedaan worden. Enkele woorden volstaan om voor die ideale leider door het vuur te gaan.

« Ons bataljon zal bestaan uit rode en groene mutsen. Dit zal ons niet beletten van samen goed werk te leveren. Ieder zal de muts dragen die hem het nauwst aan het hart ligt. Thans draagt u die van de Koreanen, maar ik weet dat u allen de groene muts ergens in uw vest- of rugzak meedraagt. Welnu, gentlemen, hoog de mutsen en leve het 5e Paracommando ! ». Opnieuw met fierheid onze welverdiende muts mogen opzetten verwekt een formidabele ovatie. In een paar seconden en als bij toverslag zijn alle hoofden groen. Met een paar woorden wist Majoor Laurent een geweldige dynamiek op gang te brengen. Had hij het gevraagd, we zouden hem tot het einde hebben gevolgd. Dit fysiek engagement kon het niet anders dan onder « onze » muts !

We ontvangen het nodige om onze familie op de hoogte te brengen van de reden voor de afslag naar Lissabon. Vervolgens wordt het bataljon met zijn kader toevertrouwd aan Kapitein Militis, een ander « legendarisch » figuur uit het regiment (weerstander, oudgediende van Korea, samen met Adjudant Dumont oprichter van de Overleving). We gaan aan boord van DC4, DC6 en DC7’s van Sabena die voor deze gelegenheid door de Belgische regering opgevorderd werden. Gedurende de reis werd erover nagedacht … We mochten er wel fier op zijn, onder het bevel van twee prestigieuze chefs zou het pas opgerichte 5e Bataljon het er goed afbrengen, het was immers in goede handen.

Majoor Laurent zou als laatste Lissabon verlaten, echter aan boord van een snellere DC7. Zodra in Kamina aangekomen, verneemt hij van de commandant van de basis dat zijn bataljon niet meer nodig blijkt. De FP heeft goed gereageerd en volgt zonder problemen de bevelen op. Majoor Debèfve heeft met zijn 3e Para-Commando (12e detachement) Leopoldstad vervoegd. Ook het 2e Commando, onder bevel van Majoor Lemercier werd naar Leo gestuurd. Gezien het goede gedrag van de FP hoeft normaal geen van beide bataljons tussenbeide te komen. De toestand aldaar lijkt zich ten andere te stabiliseren. Het 3e Bataljon moet dus niet meer naar Leopoldstad en het 5e Paracommando zal in stand by in Kamina blijven.

Voor Majoor Laurent is dit een grote desillusie, een koude douche. Hij moet de tot de top gedreven manschappen teleurstellen. Ieder van hen ontvangt dan ook een korte nota : «  Jullie werden teruggeroepen daar de Gouverneur van Kongo jullie nodig had. Het detachement dat jullie opvolgde is getraind voor operaties op Europees grondgebied, het heeft echter geen kennis van de Kongolese toestanden. Het is wel bij machte de orde te handhaven en daarom werd het meteen naar Leopoldstad gestuurd.

Ook het 2e Commando is bekwaam de orde te verzekeren. En dan zijn jullie er nog.

Voor de Gouverneur zijn jullie de enige operationele reserve. Hiervoor geoefend zijn jullie de enigen die kunnen springen in de brousse. Enkel jullie zijn in staat hulp te bieden aan omsingelde posten. Jullie moeten dus nabij de vliegtuigen te blijven. In de onzekerheid over de aard van eventuele tussenkomsten, zal er geoefend worden, ook sport zal op het programma staan. Bovendien beloof ik formeel dat jullie als eersten, én met vliegtuig, zullen worden gerepatrieerd ».

Ondertussen wordt Kolonel Danloy, oprichter van het regiment Paracommando en commandant de infanterieschool in Aarlen, naar de Generale Staf op het Daillyplein ontboden. Hem wordt het geheel van de Para-Commando-troepen toevertrouwd. Aldus komt hij terug in het Regiment dat hij gesticht heeft voor zijn eerste militaire operatie sedert het einde van de oorlog. Dit succes, alsmede van al de andere die hierop zullen volgen, zal het bewijs leveren dat de sinds zijn oprichting geleverde moeite niet vruchteloos is gebleven. Hieruit blijkt de noodzaak voor het land om over een dergelijke interventiemacht te beschikken.

Op 12 januari, op een bijeenkomst van de Heer Cornelis, Gouverneur-generaal van Kongo, Generaal Janssens, commandant van de FP en Kolonel Gheysens, commandant van de strijdkrachten uit het moederland (Cometro), worden de nodige maatregelen onder ogen genomen. Van zijn kant beweert Generaal Janssens de situatie goed in handen te hebben en dat de FP de oproerlingen onder controle houdt. Nochtans, om te verhinderen dat ze in de Europese wijken binnendringen, wordt beslist het 2e Commando over de gehele lengte van de Albertboulevard te ontplooien.

Een deel van het 3e Paracommando, de compagnie van Luitenant Coucke, treedt eveneens in actie. Na halfweg december te zijn ontscheept van de Kamina, had het 12e detachement de basis van Kitona vervoegd, alwaar het « verbroederde » met het 11e, dat op zijn inscheping wachtte.

Na ons vertrek werd tussen de bases van Kitona en Kamina een luchtbrug georganiseerd. De laatste compagnie van het 3e Bataljon was slechts op 4 januari in Kamina aangekomen. Daar werd ze toevertrouwd aan Luitenant Coucke, met als adjunct Luitenant Pirotte. Op 5 januari, terwijl de andere compagnies op oefening waren, stonden de manschappen van luitenant Coucke in uitgangstenue verzameld voor het aantreden van de bataljonstandaard. Op dit ogenblik ontvangt men het bevel om dringend een compagnie naar Leopoldstad te sturen.

Commandant Georges Ledant, tweede bevelhebber van het Bataljon, doet de compagnie van Luitenant Coucke – nog steeds in uitgangstenue – met kisten materieel, wapens, munitie en levensmiddelen aan boord brengen van vijf DC3 (de vermaarde Dakota). Als verrassingseffect zullen deze niet landen op het in dienst zijnde vliegveld van N’Dolo maar op de piste van het nieuw aangelegde vliegplein van N’Djili. Aldus zal de compagnie van Luitenant Coucke in uitgangstenue in actie treden. Hun opdracht bestond in het beschermen van 3.000 Europeanen in Limété, een plosy op 6 kilometer van Leo.

Deze compagnie moet eveneens een politie-opdracht uitvoeren : het stamhoofd uit Neder-Kongo, Kasavubu, opsporen. Hij is de burgemeester van de inboorlingenwijk (en de toekomstige eerste minister van de republiek). Hij wordt verdacht organisator en één der aanstokers van het oproer te zijn. ‘s Anderendaags wordt zijn aanhouding en opsluiting metterdaad uitgevoerd. Deze zou duren tot de rust in Limété volledig teruggekeerd en de veiligheid van de personen er verzekerd waren.

Op 6 en 7 januari vervoegt Majoor Debèfve, met de rest van het 11e Bataljon Para-Commando, Leopoldstad. Ze worden ingekwartierd in het alsdan in aanbouw zijnde paleis van de Gouverneur (dit laatste zou niet meer in die zin gebruikt worden; na de onafhankelijkheid werd het de zetel van de Kongolese regering).

De laatste rellen doven uit in de loop van januari. Op de 20e en buiten verband met de omwentelingen, voert Luitenant Janssens een vrije val uit boven N’Jili. Nadat zijn parachute had geweigerd, trok hij reserve. Meerdere lijnen hiervan werden echter afgesneden door de aluminiumplaat waarop zijn altimeter bevestigd was. De dood van deze alom geprezen onderrichter valt zwaar op de moreel van de manschappen.

Het 5e Bataljon, op oorlogsvoet en volledig heruitgerust, blijft in stand by in Kamina. Majoor Laurent organiseert oefeningen die door de manschappen bijzonder op prijs gesteld worden. In enkele dagen hebben we, met alle wapens waarover we beschikten, tonnen munitiën verschoten. Er werden oefeningen verzonnen waarin grotendeels het eigen initiatief een rol moest spelen : politiepatrouilles, huiszuivering, enz… Bij een verslechtering van de toestand zou het geëngageerde bataljon hiervan stellig de vruchten plukken. Tevens waren er verschillende sportontmoetingen en geen enkele van de « gedwongen heropgeroepenen » van het 5e Paracommando zal er spijt van gehad hebben « erbij te zijn geweest ».

Voor Majoor Laurent valt nog de ergste noot te kraken : zijn gedane belofte. Hij houdt echter stand en na druk over en weer gepraat met de Staf kunnen zijn manschappen zo snel mogelijk, én per vliegtuig, worden gerepatrieerd.

Op 27 februari, nadat de laatste mannen gerepatrieerd en gedemobiliseerd waren, werd het 5e bataljon Paracommando ontbonden. Majoor Laurent keerde terug naar de Citadel van Namen alwaar de rekruten voor het toekomstige 14e detachement op hem gewacht hadden.

Majoor Debèfve met zijn 3e Paracommando (12e detachement) vervoegden de basis van Kamina (Baka) in Katanga.

Het 3e bataljon Commando van Majoor Lemercier (13e detachement) vestigde zich op de basis van Kitona (Baki) op de rechteroever van de Kongostroom. In april 1959 werd dit herdoopt tot het 4e bataljon Commando.

Het bleef niet bij deze Operatie « Quick Reaction ». De muiterijen van januari waren slechts een voorspel van hetgeen zou volgen. De Belgische Regering werd gedwongen om de onafhankelijkheidsverlening te bespoedigen. Dit ging wellicht te snel voor dit land dat slecht voorbereid was om op eigen benen te staan.

Na de ondertekening van de onafhankelijkheid, op 1 juli 1960 en de daaropvolgende droevige gebeurtenissen, keerde Generaal Janssens terug naar België. In Brussel, vóór het standbeeld van Leopold II en de verzamelde journalisten, wist hij treffend de politiekers aan de kaak te stellen met de woorden : « Sire, ze hebben het naar den duvel geholpen » !

Vijvenveertig jaar later is dit prachtig land, tachtig keer groter dan België, met zijn duizend en één natuurlijke rijkdommen en té snel onafhankelijk geworden, ondertussen van democratie naar dictatuur vergaan. Onze Paracommando’s hebben verscheidene malen moeten tussenbeide komen. Ter bescherming van onze belangen en de fysieke integriteit van onze landgenoten hebben er sommigen hun leven moeten bij laten. Vandaag is dit alles uitgedraaid op een puinhoop, een onbeschrijfelijke chaos, aangetast door stam- en etnische oorlogen en corruptie viert er hoogtij.

                                           Inderdaad Sire, het is wel duidelijk « dat zij het naar den duvel geholpen hebben » !

Verteld door Fernand Wijckmans - 11e detachement 5e Para-Commando 1959 Nazicht L.VdV.

Vertaling J.A.